Kiemen


Spruiten (uitlopers) van zaden die voortkomen uit de kiem in het zaad.
Om zaden te laten ontkiemen moet men ze eerst in water weken om de omhulsels zacht en de groei mogelijk te maken.
Daarna worden ze afgegoten en op een donkere plek weggezet en moeten dan een- of tweemaal per dag gespoeld worden.
Ontkiemen duurt vier tot zes dagen.
Kiemen kan men ook rauw eten.

De twee bekendste soorten zijn:

Taugé: dit zijn ontkiemde mungbonen.
Alfalfa: kiemen van de luzerne klaver.

 

Ook bijvoorbeeld mosterdzaad, linzen, fenegriek en radijszaadjes lenen zich goed om te kiemen.
Het voordeel van ontkiemde zaden is dat het gehalte aan vitaminen aanzienlijk toeneemt - met name vitamine C - en dat het aanwezige eiwit en zetmeel door het ontkiemen lichter verteerbaar worden.

Kiemen zijn lekker in salades en op brood met komkommer, tomaat of hummus.