Blancheren


Om een ingrediënt te blancheren breng je lichtgezouten koud water aan de kook in een ruime pan.
Pas wanneer het water kookt voeg je het ingrediënt (bvb groenten) toe.
Laat alles terug aan de kook komen en laat dan 1 à 2 minuten (afhankelijk van de grootte van de stukjes) doorkoken.
Giet daarna alles in één keer af in een zeef en onder koud stromend water.

Door de snelle afkoeling wordt het gaarproces onmiddellijk gestopt en blijft het ingrediënt, bv. erwtjes, knapperig.
Het laten 'schrikken' onder koud stromend water hoort fundamenteel bij het blancheren.
Geblancheerde groenen zijn net niet rauw meer, maar proeven wel nog knapperig en fis.