Brusselse groententerrine
6 personen
300 g grofgeraspte meiraapjes of koolrabi
300 g grofgeraspte worteltjes
300 g grofgeraspte gekookte bietjes
suiker
1 tl geraspte mierikswortel
2 el citroensap
zout
witte peper
1 tl gemberpoeder
1 el Marsala (Italiaanse dessertwijn)
6 eieren
1½ dl crème fraîche
aluminiumfolie
een ingevette terrinevorm (inh. 1½ liter)
Verpak de geraspte meiraap en wortel apart in aluminiumfolie en stoom ze in een stoompan in ± 10 minuten gaar.
Pureer de bietjes en meng ze met 1 mespuntje suiker, de mierikswortel, zout en 1 eetlepel citroensap.
Pureer de meiraapjes met het gemberpoeder en 1 eetlepel citroensap en voeg zout en peper toe.
Pureer de worteltjes en meng ze met de Marsala, zout en peper.
Schep door elke puree 2 eieren en ½ dl crème fraîche en breng op smaak met zout en peper.
Verwarm de oven voorop 180°C.
Schep de bietjespuree, de meiraappuree en de wortelpuree na elkaar in de vorm en strijk de lagen glad.
Vul de vorm niet meer dan tot driekwart.
Zet de terrine in een braadslee en dek hem af met aluminiumfolie.
Schenk heet water in de braadslee tot net onder de rand van de terrine en laat de terrine in de oven in ± 2 uur gaar worden.
De terrine is gaar, als de bovenkant stevig aanvoelt.
Laat de terrine 1 nacht afkoelen en snijd hem dan in plakjes.
Serveer de plakjes terrine met een gemengde salade en worteltjes.
Goed gekoeld kan de terrine 2-3 dagen worden bewaard.